(klik op de foto’s voor een vergroting) foto’s: Jan vd Werf
Langweer.
Omdat onze resultaten tegenvallen, maar vooral ook omdat het Lemster Skûtsje niet zeilt zoals we gewend zijn, hebben we de hele ochtend al op het water gezeten. Verandering hier, een dingetje daar, alles om het goede gevoel weer te krijgen. Omdat bij het palaver was aangegeven, dat het tot windkracht vier en mogelijk zelfs vijf zou komen, besloot Ale het zwaar-weer-zeil te laten staan. Ook de giek hebben we niet veranderd.
Op de startlijn zaten we wel aan de goede kant van de lijn. Alleen was er bijna geen wind en met deze zeilen geeft dat niet de snelheid die we graag willen. Toch kwamen we bij de hoogste ton uit op een zesde tot zevende positie. Maar na de ton konden we geen kant uit. Er kwamen vele schepen aanzeilen en die hadden allemaal voorrang, omdat de SKS-regel nu eenmaal bepaalt, dat aan de wind zeilende schepen voorgaan bij ruim varende schepen. We konden dus niet naar de onderste ton sturen en bleven nog steeds hoogte maken. De laatste schepen kregen wel de ruimte bij de ton en zo zag je dat het laatste schip bij de ton in één keer halverwege het veld lag. Lemmer precies andersom, dus achteraan.
De volgende route ging redelijk. Tot we bij de laagste ton aankwamen, kwamen we vijf breed bij deze ton aan, maar vijf breed om de ton heen is niet verstandig. Daarom hebben we geremd. En dat deden we door onze zwaarden in de grond te steken. Zo bleven we wel laatste, maar hadden een veel hogere koers toen we het kruisrak ingingen. Daardoor konden we alweer drie skûtsjes inhalen toen we weer bij de hoogste ton aankwamen. Gevolg hiervan is natuurlijk wel, dat schepen die echt vooraan liggen, in dit geval de Halve Maan, steeds verder weg konden zeilen. Maar toen we weer bij de hoogste ton aankwamen, kwamen we net zo’n vijf meter hoogte tekort. En daardoor mochten we niet door de wind gaan, omdat Earnewâld iets hoger achter ons lag. En je mag niet voor een ander schip draaien. Maar Earnewâld kon ook niet door de wind, want die had Lodewijk Meeter achter zich. En Lodewijk Meeter op zijn beurt had weer de Súdwesthoek achter zich. Die vijf meter kostte ons daardoor direct weer de drie plaatsen, die we hadden ingelopen en we gingen opnieuw als 14e om de ton.
De route hierna konden we wel steeds wat skûtsjes inhalen. Op de finish werden we negende, slechts één of twee seconden achter Grou. Ook de skûtsjeschipper van Grou, Douwe Visser, gebaarde ons “wie is eerst?”, maar vanaf de kotter kregen we duidelijkheid. Je zou dus nu ook kunnen zeggen, dat als je maar één seconde achter Grou finisht, die op dat moment de klassementsleider was, dat je het dan best redelijk hebt gedaan. Maar Grou zal ook niet tevreden en dat zijn wij natuurlijk ook niet. We zijn realistisch genoeg, dat we nu niet meer voor de topplaatsen mee kunnen doen in het klassement. Maar we zullen er wel alles aan doen om dagsuccessen te halen. U leest het zaterdag wel weer.
(klik op de foto’s voor een vergroting) foto’s: Jan vd Werf
uitslag
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
stand (na aftrek van slechtste resultaat)
|