(klik op de foto’s voor een vergroting) foto’s: Jan van der Werf
Gelukkig, de vlag kon omhoog en dat na zo’n lang weekend. Want als je op vakantie bent en je wilt gaan skûtsjesilen, dan is het na een rustdag, vrijdag, een afgelaste wedstrijd op zaterdag, weer een rustdag op zondag en opnieuw een afgelaste wedstrijd op maandag een heel lange periode dat je ligt te wachten. Want we kunnen natuurlijk verder geen kant uit, want je moet wel beschikbaar blijven voor de wedstrijden.
Met de harde wind van de laatste dag moesten we weer een ander plekje zoeken op de Fluessen dan wij gewoon zijn. We proberen normaal bij de Indyk te liggen aan de kant van Woudsend, maar ze zijn nu uitgeweken naar één van de eilanden. Daar zijn alle kleinere schepen in de binnenhaven gaan liggen. Alleen de Aljo en het skûtsje moesten buitenom. En die hebben een zwaren nacht gehad, ze lagen te stampen in de golven.
Maar gelukkig vandaag minder wind en de zon erbij, dus er kon gezeild worden. We moesten direct al bedenken wat we gingen doen qua tuigage. Het was cruciaal wel of niet zwaar-wind-zeil en we hebben gekozen om het zwaar-wind-zeil toch te laten staan. We zagen toch diverse skûtsjes bij de fok de gangboorden in het water en daarom lieten we het zo staan. Alleen wel een andere fok mee, de licht-weer-fok. Die heeft hetzelfde model als de zwaar-weer, alleen is van een lichtere doeksoort. Bij het inzeilen, waarmee we ongeveer een uur voor de wedstrijd beginnen, kwamen we toch tot de conclusie dat de andere fok er wel voor kon. Dus zijn we de fok gaan wisselen en om ongeveer twintig minuten voor twee waren we er helemaal klaar voor.
Dan tien over twee het startschot. We wisten dat helemaal onderin de startlijn de beste start lag, maar gevolg is dat iedereen daar gaat en daarom had Ale bewust iets hoger op de startlijn gekozen zodat wij vrij konden zeilen. Onze start was dan ook perfect, helaas had de hele griebus onder bij de ton een algehele false start gemaakt, dus we moesten terug.
Onze tweede start wilden we precies gelijk doen als de eerste. Alleen er lagen meer skûtsjes voor ons die op onze vorige plek wilden gaan starten. Dus Ale besloot nog wat hoger op de lijn te blijven. Gevolg daarvan was dat wij net niet goed wegkwamen en onze bakboordslag eigenlijks achter alle schepen langs moesten. Dat beloofde eerst niet zoveel goeds.
Stuurboord terug naar de hoogste ton, en we zagen de één na de ander achter ons langs gaan. We hadden door dat wij de goede wind gekregen hadden. Want het skûtsje liep wel goed, maar om alle schepen in één keer achter je te kunnen krijgen, daar is meer voor nodig. Op de Fluessen stond een schifterige wind, dan weer links- dan weer rechtsom.
Bij de ton hadden we wel een gelukje, want we kwamen wel op stuurboord aan. Er was een aanvaring tussen twee andere skûtsjes en er was een gat ontstaan tussen een hele lange rij op bakboord aankomende skûtsjes. Wij konden in het gat duiken en daardoor als vijfde om de ton. Direct achter Woudsend, terwijl achter ons het skûtsje van Lodewijk Meeter mee zeilde.
De route was een zandloper, dus toen wij de tweede laagste ton bij Elahuizen gerond hadden, moesten we opnieuw het kruisrak in. Het kruisrak ging fantastisch. Het skûtsje liep heel mooi en hoog. Terwijl het skûtsje van Eernewoude boven ons lag, konden wij omhoog zeilen, zodat wij eerder bij de ton aankwamen en daardoor gingen we als tweede, achter het skûtsje van Sneek om de tweede hoogste ton.
Toen moesten we voor de wind en daar viel de wind wat weg. En alhoewel we beste goed mee kunnen komen en in vorige wedstrijden plekken hebben gepakt voor de wind, zagen we nu het skûtsje van Eernewoude toch onder ons door gaan. Mede deel hieraan was het skûtsje van Heerenveen wat precies boven ons zeilde en eigenlijk dus de wind bij ons wegnam en niet bij Eernewoude.
Het is jammer, maar we moesten opnieuw als derde het kruisrak in, maar we hadden er veel vertrouwen in, het skûtsje liep fantastisch. Overigens, dat heb ik natuurlijk ook vorige keer beschreven, ook vorige week liep het goed, alleen kwamen steeds niet goed uit de start. Maar in het kruisrak was er minder wind. En dan merk je dat iets minder wind met het zwaar-weer-zeil net iets minder power hebt dan als we het andere zeil hadden gehad. Dus waar het eerste kruisrak dit zeil fantastisch was, was het nu bij de afnemende wind net niet goed genoeg. En we zagen Sneek en Eernewoude ook langzaam van ons weglopen. Achter ons waren vele wisselingen, maar niemand kon echt dicht bij ons komen, dus wel liepen geen gevaar en zeilden ook consant op een derde plaats.
In het laatste kruisrak, er zijn drie routes gezeild, zagen wij dat opnieuw de wind aanhaalde. En we konden opnieuw heel scherp aan de wind zeilend naar de ton toe. We zagen opnieuw dat Eernewoude die hoogte niet kon lopen en bij de hoogste ton zelfs een slagje moest maken om de ton te kunnen halen. Maar ze konden toch met een voorsprong van 200 meter om de ton heen. Voor de wind liep het skûtsje heel goed. We hadden de fok er prachtig voor staan, het zeil breeduit en we zagen dat we inliepen op Eernewoude. Maar dat bleek net niet voldoende te zijn. Want toen we bij de onderste ton waren, ging Eernewoude er om heen met een voorsprong van een kleine 50 meter. En toen was het naar de finish nog één keer door de wind. Ook in dat kruisrak konden we nog dicht bij Eernewoude komen, maar het was onvoldoende. Eernewoude ging toch ruim voor ons over de finish en daarna direct gevolgd door het Lemster skûtsje, dat dus eindigde op een derde plaats.
Hier zijn we natuurlijk, na alle uitslagen van vorige week, heel tevreden mee en we zijn ook blij dat we nu onderweg zijn naar Lemmer de vlag weer in de top is van het Lemster skûtsje.
(klik op de foto’s voor een vergroting) foto’s: Jan van der Werf
uitslag
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
stand (na aftrek van slechtste resultaat)
|