Dit had voor Woudsend een feest moeten worden, want in 1912 werd op de bekende werf de Piip te Drachten hun skûtsje gebouwd. Er is een prachtig jubileumboek geschreven en het zou een fantastisch feest worden.Helaas is het leven soms anders. Binnen de familie Van der Meulen, de familie van het skûtsje van Woudsend, was deze week een sterfgeval en om die reden hebben zij het programma van dit jubileum aangepast en zelf ook niet meegezeild. Daarom willen wij op deze plaats namens de bemanning oprechte deelneming aan de nabestaanden betuigen.
De wedstrijd ging echter wel door en daarom ook een verslag. De dag begon om 07.30 uur. De kotter van de Zevenwolden nam, zoals zo vaak, ons skûtsje op sleeptouw mee. Om 09.00 uur waren wij in Woudsend, waar in de Driuwpôlle het palaver werd gehouden. Er was een route met 4 tonnen op het Heegermeer uitgelegd en het ronden van deze tonnen ging in de vorm van een zandglas. Altijd een mooie route. Er bleek een behoorlijke bries te staan. Er waren skûtsjes met een broekreef, maar Johannes besloot dat wij ongereefd gingen zeilen. Dat betekende flink aanpoten voor de schotenmannen. Er was een invaller, Reitse Lemstra, die al vaker met ons was mee geweest en mooi de plaats in kon nemen van één van onze bemanningsleden die aan het werk was en dus niet mee kon. Nou, hij heeft, samen met de 2 vaste schotenmannen, veel werk moeten verrichten.
De startlijn was mooi lang. Erg praktisch, maar ook veel veiliger bij harde wind. Wij besloten te starten geheel aan de onderzijde van de lijn, omdat bij het inzeilen was gebleken dat we vanaf die positie het snelst bij de hoogste ton konden komen. Op het schot moeten we precies goed hebben gelegen, want we vlogen werkelijk het veld in. In het kruisrak is het eerst moeilijk inschatten hoe je ligt, maar toen wij als 1e de hoogste ton rondden bleek dat wij vooraan lagen, met direct achter ons een paar goede concurrenten: Heerenveen, Earnewâld en Grou. Maar ja, zijn er nog slechte concurrenten?
Het 1e kruisrak van ronde een konden wij vooraan blijven, maar wij zagen dat Heerenveen ons naderde. En in het 2e kruisrak van ronde een kwam Heerenveen iets hoger dan ons waardoor wij de ton niet konden ronden zonder Heerenveen te hinderen. Hierdoor schoven we op naar plaats twee. Maar we waren er nog niet, want in het 1e kruisrak van ronde twee kon Earnewâld hoger en sneller dan ons en bij de hoogste ton lagen wij al 3e. En Grou naderde…
Maar in het 2e kruisrak van ronde twee werden de rollen weer omgedraaid. Er was sprake van een steeds schiftende wind. Dat had ons al eens tegengezeten, maar in dit kruisrak niet. Johannes volgde de twee Skûtsjes voor ons niet, maar koos voor een andere koers. En wat voor één. Toen wij halverwege het kruisrak waren werd de wind superslecht voor ons. Het voordeel is dan, dat als je door de wind gaat, dat hij dan juist in de voordeel is. Johannes reageerde meteen op deze schifting en wij gingen vervolgens bakboord zeilend richting de hoogste ton. Toen wij daar aankwamen lagen zowel Heerenveen als Earnewâld achter ons, dus waren wij opnieuw 1e. Maar de wedstrijd was nog niet afgelopen. Bij de kopgroep verscheen ook het skûtsje van Sneek, die langzaam vanuit het middenveld naar voren was gezeild. Dit is natuurlijk een topskûtsje waar wij terdege rekening mee moesten houden. Maar ook Heerenveen en Grou lagen te wachten op hun kans. Alleen Earnewâld had veel tegenslag door de windschiftingen en kon het niet volgen.
Het 1e kruisrak in de laatste ronde lagen wij nog op kop. Maar toen wij hoogte hadden voor de hoogste ton en door de wind gingen duurde het maar even en kregen wij de wind erg ruim. Nu is dat wel leuk, maar Heerenveen kon daardoor veel eerder door de wind en hoefde minder afstand af te leggen naar die ton. Ook Grou pakte zijn voordeel. Toch lukte het ons vooraan te blijven tot wij het laatste kruisrak naar de finish ingingen. Johannes koos daar voor de verdediging door de koers te volgen van Sneek en Heerenveen. Alleen Grou koos een andere koers. En laat dat nu de juiste koers geweest zijn. Vlak voor de finish konden zij stuurboord voor ons langs, terwijl wij bakboord lagen. Zoveel voordeel hadden zij gehad. Wij konden, met een voorsprong van misschien 5 meter, net voor Sneek finishen en daarachter kwam Heerenveen. Terwijl wij over de finish gingen, lag ons skûtsje zo scheef, dat het roer het water niet meer raakte. De zwaardenman zat dan ook tot zijn nek in het water, de schoten waren losgelaten en het was even wachten dat het skûtsje zich weer oprichtte. Maar gelukkig gebeurde dat wel.
Dus uiteindelijk, na zolang op kop te hebben gelegen een tegenvaller. Toch reëel bekeken ook een prima prestatie in een wedstrijd die vooral werd beïnvloed door de windschiftingen.